Misschien is het slaapgedrag van baby’s wel het meest besproken onderwerp onder jonge ouders. En dat is ook niet zo gek, want de zorg voor een jonge baby is nogal intensief. Dus een voorspelbaar slaapritme van je kleintje zorgt voor overzicht in jouw dag en bepaalt hoeveel slaap jij zelf krijgt ‘s nachts. Een goede nachtrust is de basis voor voldoende energie overdag en een goed humeur. We hechten daarom veel waarde aan een goede nacht, dus het wel, niet of slecht doorslapen van je kindje is letterlijk van levensbelang voor alle ouders.
Van voeding tot voeding
We noemen het doorslapen als je baby slaapt van ‘voeding tot voeding’. Er is wel veel variatie in de manier waarop je kindje slaapt. Het ene kind slaapt lichter dan het andere. Je baby heeft 2 slaapfasen in een slaapcyclus: Een actieve slaap en een stille slaap. In de actieve slaap is je baby nog onrustig, beweegt nog, maakt geluidjes, trekt grimassen, maar is al wel in rust. In deze fase is je kindje nog heel ontvankelijk voor prikkels van buitenaf en van zichzelf. Als je je baby in deze fase bijvoorbeeld weer oppakt, of het schrikt van geluid of van zijn eigen bewegingen, is hij vaak weer meteen wakker. In de stille slaap is je baby volledig rustig, heeft een regelmatige, diepe ademhaling en ligt stil.
Wat heeft invloed op het doorslapen van je baby?
Als je baby ineens slecht doorslaapt, kan er van alles aan de hand zijn. Dat je baby heeft bewezen dat hij een nachtje kan doorslapen is geen garantie dat dit nu een zekerheid is. Het is sowieso normaal dat je baby een paar keer wakker wordt per nacht. De eerste maanden is een voeding meestal een goede reden om wakker te worden. Na verloop van tijd is dat niet meer noodzakelijk maar moet je kindje leren zelf weer in slaap te vallen. Toch zullen er regelmatig periodes zijn dat doorslapen niet lukt. Blijf vooral zelf rustig en hou vast aan je routine van slapen, verzorgen, voeden en het bedritueel. Voorspelbaarheid en duidelijkheid is jullie basis. De reden waarom je baby ‘van slag’ is kan heel divers zijn.
Van slag zijn betekent dat hij niet doorslaapt; niet veel slaapt; plots niet meer doorslaapt; overdag kort slaapt; huilt in zijn slaap; steeds wakker schrikt enzovoort. Er zijn een aantal bekende oorzaken te noemen, bijvoorbeeld je baby is:
10 dagen
Dan kun je denken aan regeldagen*(het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod van borstvoeding), de Schrikreflex* (ongecontroleerde bewegingen van armpjes en benen) en ook het op gang komen van de spijvertering kan voor darmkrampjes zorgen. Een inbakerslaapzakje kan je kindje helpen tot rust te komen en zorgt ervoor dat je kindje zichzelf niet wakker kan slaap door zijn eigen schrikreflex.
3 weken
Nog steeds is de schrikreflex actief, zit je nog volop in de opbouwfase van de borstvoeding wat ook gevolgen heeft zoals darmkrampjes en spugen, en ben je aan het wennen aan jullie nieuwe leven.
5-12 weken
Regeldagen komen regelmatig terug om de voeding weer af te stemmen op de voedingsbehoeften van je kleintje, dat geeft onrust in het ritme. Ook de schrikreflex is nog steeds aanwezig. Je baby reageert op harde geluiden, fel licht en onverwachte bewegingen met een schrikreactie. Door de rijping van het spijverteringstelsel ontstaan nog regelmatig darmkrampjes. De ontwikkeling van de zintuigen zet door en daardoor gaat je baby scherper zien op 20/30 cm afstand. Je kindje krijgt steeds meer aandacht voor de wereld om zich heen waardoor je baby’tje gemakkelijker wakker blijft.
4-6 maanden
Het doorbreken van de eerste tandjes zorgen voor pijnklachten en soms ook oorklachten door de gezwollen slijmvliezen. Vooral het platliggen, ervaart je baby daardoor als heel vervelend. Zijn zintuiglijke ontwikkeling maakt een sprongetje. Je baby is nu in staat om vloeiende bewegingen beter te volgen en beweegt zelf ook steeds gerichter. Hij is daardoor beweeglijker in bed en dat kan hem ook uit zijn slaap houden. Dit heeft consequenties voor het veilig slapen. Denk aan alles wat los kan raken in bed. Een goed passende slaapzak is een aanrader.
7-9 maanden
Het doorbreken van de tandjes gaat maar door, tenslotte moet het mondje helemaal vol komen te staan. Dit is ook de periode dat je baby leert dat hij los staat van jou. En dat is verwarrend, het bekende gegeven van scheidingsangst en eenkennigheid doet zijn intrede. Je kindje moet nog leren dat jij steeds weer terugkomt, dat je blijft bestaan, ook al ziet hij je niet. Je kindje leert nu over oorzaak en gevolg. Bijvoorbeeld als ik huil komt mama naar mij kijken. En dat is heel geruststellend. Zo leert hij beetje bij beetje dat je wel degelijk blijft bestaan en dat je er voor hem bent als hij je nodig heeft.
Tip: dit is dé periode dat er gemakkelijk echte slaapproblemen ontstaan. Door steeds liefdevol en volgens je rituelen te handelen kun je dit voorkomen. Alles uit de kast halen om je baby te laten slapen werkt tegen je uiteindelijk. Het is even doorzetten, even een lange adem hebben. Voorkom dat je kindje overstuur raakt, blijf even in de buurt van zijn kamertje rommelen zodat je af en toe je stem kunt laten horen, of je gezicht kunt laten zien en zo je aanwezigheid laat voelen.
11-12 maanden
Het doorbreken van de kiesjes is een pijnlijke toestand en heeft ook vaak als gevolg dat ze hele zure diarree hebben. Dat geeft weer rode billetjes. Kortom een hoop ellende. Zure poepbroeken kunnen ook de nachtrust flink verstoren. De oog-handcoördinatie wordt steeds beter en ze willen daarom meer zelf proberen en doen, bijvoorbeeld zelf eten. Dat is allemaal nog best wel moeilijk. Deze ontwikkelingsfasen hebben ook zijn weerslag op het slaappatroon van je kindje.
Maar ook als je baby niet fit is, verkouden of koortsig door bijvoorbeeld een inenting, kan dat zijn slaappatroon verstoren. Jouw reactie op dit verstoorde patroon is van groot belang. Je kunt je baby helpen de draad weer op te pakken. Volg je baby in zijn behoeften, biedt troost, extra verzorging en aandacht, en ga zo snel mogelijk terug naar de basis: verzorgen, voeden, slapen.
Na 2-3 dagen is je kindje meestal weer terug in een nieuw, tevreden patroon. Voorkom paniek in jezelf, deze fases horen er allemaal bij, jullie als ouders hebben zelf de regie. Als jij onrustig reageert en allerlei ‘nieuwe’ methoden gaat proberen om je baby snel in slaap te krijgen, creëer je nog meer onrust bij je baby. Blijf bij je eigen routine en vertrouw erop dat deze dagen erbij horen en weer voorbij gaan.
Kindje slaapt 's nachts wel, maar overdag weinig tot niet
Als je baby ‘s nachts langer achter elkaar gaat slapen verandert zijn slaappatroon overdag meestal ook mee. Wanneer je kindje 's nachts doorslaapt kan het zijn dat je kindje overdag slecht, te kort of plots niet meer slaapt.
Wat is hier aan de hand?
- Het kan een ontwikkelingssprongetje zijn; te veel prikkels (geluiden, beweging, onrust e.d.) in zijn omgeving;
- verveling, je baby ontwikkelt zo snel dat hij misschien toe is aan andere uitdagingen;
- oververmoeidheid, te moe is ook niet bevorderlijk voor ontspannen in slaap vallen;
- hazenslaapjes (niet aan de diepe slaap toekomen)
- misschien heb je de slaapsignalen van je kindje gemist, waardoor op het juiste moment in slaap vallen niet lukt en oververmoeidheid op de loer ligt.
Maar denk ook aan deze redenen: scheidingsangst, eenkennigheidsfase, doorkomen tandjes, onrust in het eigen lijfje, mogelijk een ziekte in aantocht/pas ziek geweest of een reactie op een inenting.
Wat er ook aan de hand is, ga terug naar de basis: geef aandacht aan het ‘probleem’, breng je kindje tot rust en in de ontspanning en pak je routine weer op. Steeds weer, rustig en consequent: verzorgen, voeden, even knuffelen en in bed leggen.
Gina Tiemessen & Yolanda Roos
Basic Parenting Experts
Allebei ruim 25 jaar ervaring als jeugdzorgverpleegkundigen en aan de wieg gestaan van de preventieve zorg van 0-4 jarigen. Gespecialiseerd in de basiszorg voor baby’s en jonge kinderen. Gedreven om jonge ouders te ondersteunen in het ouderschap.